Springrolls waren het afgelopen jaar echt een mini-hype. Je zag ze plots overal verschijnen, wellicht omdat ze a) fotogeniek en b) #healthy #clean zijn. Maar, ik moet het toegeven: ze zijn ook gewoon lekker! Al moest ik de eerste keer dat ik springrolls at wel wennen aan de textuur, die is een beetje alsof je iets plastic-achtig eet door het niet-gefrituurde rijstvel dat je gebruikt. Overigens smaakt die buitenkant gewoon naar niet zo veel, je proeft een beetje rijst maar het is vooral een coole manier om je eten te serveren. Wat je erin stopt, dat is veel belangrijker! En ik heb een hele leuke, maar ook aparte combinatie gevonden die superlekker smaakt. Een beetje zoet, een beetje zuur en met net voldoende crunch. Bonus: het is gezond! Echt een fijne, lichte lunchtip. Goed, op naar het recept!
Springrolls voelen nooit echt als een ‘recept’, gezien je niet echt iets moet klaarmaken. Je voegt dingen samen en krijgt zo een lekkere maaltijd, maar er moet niet echt gekookt worden. Daarom kan je ook volop spelen met je ingrediënten. Geen fan van pecannoten? Ga voor pompoenpitten of okkernoten! Geen zin in spinazie? Sla will do! En zo kan je eigenlijk gewoon je eigen topcombo samenstellen (deel ‘m gerust in de comments!).
Zelf gebruikte ik:
- rijstpapier
- spinazie (klein pakje)
- feta (ongeveer 2/3 blok, verkruimeld met een vork)
- aardbeien
- pecannoten (handjevol)
- balsamico
Hiermee kon ik 7 à 8 halve springrolls maken, ik denk dat je er twee tot drie per persoon eet.
Wat je als eerste doet, is een grote (brede) kom voorzien van een bodempje heet water. Daar dompel je het rijstvel voorzichtig (het breekt onwijs snel!) in onder. Duw er overal een beetje op, zodat het vel goed nat is geweest. Neem dan een houten snijplank en leg je rijstvel daar mooi open op.
Tijd voor het vullen! Begin met een handjevol spinazie, die je mooi op één lijn legt. Strooi er daarna (royaal) de verkruimelde feta overheen. Daarna neem je de okkernoten en ook die verbrokkel je met je handen over het rijstvel.
Als laatste neem je gehalveerde aardbeitjes en die verspreid je over je andere ingrediënten. Tijd om de springroll op te rollen! Daarvoor vouw je eerst de onderkant dicht, vervolgens vouw je de zijkantjes dicht en daarna rol je van onder naar boven, zodat de rol gesloten wordt. Easy peasy! Zo snel is je springroll dus klaar. Het leuke is dat je ingrediënten nu lekker ingepakt zitten, dus je kan dit even bewaren in de koelkast (bijvoorbeeld voor een feestje).
Voor het serveren snijd je de rolls halverwege door met een scherp mes (dompel het even in heet water onder!). Vervolgens kan je er nog kruiden overheen strooien én voorzie je best een potje met balsamico. De combinatie van het zoete in de springrolls met het zure van de azijn geeft namelijk een wonderlijke smaak!
Deze springrolls zouden het ongetwijfeld goed doen als lunch, of bijvoorbeeld als snack/voorgerechtje op een feestje. Wel vind ik dit zelf het best te eten als het wat warmer is (ik krijg er toch een zomers gevoel bij) en in combinatie met nog iets anders, zoals een lekkere salade. Ik zou zelf toch geen heel bord van deze springrolls als avondeten kunnen hebben. Maar dat is natuurlijk persoonlijk — wie weet vind jij ze zó lekker dat je ze massaal kan opeten. Groot gelijk heb je dan! Smakelijk! xo
Het ziet er super lekker uit ;-)
Ik bewaar dit recept.
Xoxo
Ziet er heeeeeeeel lekker uit! Speciaal ook om het met aardbei te doen.
Ziet er lekker uit!
Dit ziet er heerlijk uit!